Mezzosopraan
Gerrie de Vries studeerde aan het Sweelinck
Conservatorium in Amsterdam. Zij werd internationaal bekend
met haar interpretaties van het 20ste eeuws repertoire.
Daarnaast voerde zij talloze werken uit die speciaal voor
haar werden geschreven of aan haar werden opgedragen zoals:
Pancho Villa, liederen van Rob Zuidam, A King
Riding, een opera van Klaas de Vries, geregisseerd
door Christopher Martaler in een coproductie van de Koninklijke
Munt, Brussel, en het Holland Festival, Music for large
Ensemble van Steve Reich, Aquarius van Karel
Goeyvaerts, Manifest, een muziektheatervoorstelling
van Rolf Wallin en Jacob Schokking (Holland House, Kopenhagen),
And God invented Dice van Christina Oorebeek.
Gerrie de Vries trad op in de Warschauer Herbst, het internationale
Bartók Festival, I.S.C.M. en op festivals in Darmstadt
en Zürich met ensembles als het ASKO en het Schönberg
Ensemble. Zij werkte met dirigenten als Reinbert de Leeuw,
Peter Eötvös, Ed Spanjaard en Oliver Knussen.
Samen met Ad de Bont en Jan Ritsema ontwikkelde zij haar
eigen muziektheaterproducties, zoals Mädchenlieder
(F-act), Die Aufgeregten (Gergiev Festival), Dame
catches fire (Noord Hollands Filharmonisch Orkest)
en in 2005 haar solovoorstelling Divine Excess
welke tevens als film (regie Kees Hin) te zien was in de
Nederlandse Filmdagen. Tot 2004 werkte zij als zangeres
en lid van de artistieke commissie van muziektheatercollectief
Walpurgis in Antwerpen.
Op dit moment is zij artistiek leider van de Helling, een
nieuw initiatief tot kleinschalig muziektheater in Nederland. |